We hebben gezegd dat er 365 negatieve geboden zijn, die overeenkomen met de dagen in een zonnejaar, en 248 positieve geboden, die overeenkomen met de ledematen in een persoon. De dagen van een zonnejaar zijn vrij gemakkelijk te kwantificeren (1 januari, 2 januari, 3 januari, enz.), maar wat zijn de 248 ledematen? Hoe komen we aan dat aantal?
Het aantal delen in het menselijk lichaam zal ongetwijfeld variëren, afhankelijk van wie je het vraagt, met welk doel en volgens welke criteria. Een vijfde klasser die beul speelt zal veel minder dan 248 ledematen hebben voor zijn doeleinden en een student geneeskunde misschien veel meer. De context van dit specifieke cijfer komt uit de Misjna in Oholos (1:8), betreffende de delen van het menselijk lichaam die rituele onreinheid zouden overbrengen. (Een hele ledemaat brengt rituele onreinheid over, ongeacht de grootte ervan.) De Misjna somt 248 dingen op die aan deze criteria voldoen. Het zegt:
Er zijn 248 ledematen in een mens. 30 in de voet (6 in elke teen), 10 in de enkel, 2 in het scheenbeen, 5 in de knie, 1 in de dij, 3 in het bekken, 11 ribben, 30 in de hand (6 in elke vinger), 2 in de onderarm, 2 in de elleboog, 1 in de bovenarm, en 4 in de schouder. (Dit maakt 101 aan de ene kant en 101 aan de andere.) 18 wervels in de ruggengraat, 9 in het hoofd, 8 in de nek, 6 in de “opening naar het hart” en 5 in de openingen. Deze brengen rituele onreinheid over door aanraken, dragen en onder een baldakijn als er voldoende vlees aan vastzit. Zonder voldoende vlees brengen zij onreinheid over door aanraken en dragen, maar niet door een baldakijn.
…Plus 365 pezen
Het is de moeite waard op te merken dat, terwijl de beroemde uitspraak van Rav Simlai in de Talmoed (Makkos 23b) de 365 negatieve mitzvos correleert met de dagen van het zonnejaar, de Targum Yonasan op Genesis 1:27 zegt dat G-d de mens schiep met 248 ledematen en 365 pezen. Evenzo zegt de Zohar op parshas Vayishlach dat “een mens 248 ledematen in zijn lichaam heeft, overeenkomend met de 248 positieve geboden in de Tora … (en) 365 pezen, overeenkomend met 365 negatieve geboden en met de 365 dagen van het jaar.” De Zohar stelt vervolgens het verbod op het eten van de heupzenuw van een verder koosjer dier gelijk aan de dag van Tisja B’Av, waarop men niet mag eten. Vermoedelijk bestaat er dus een overeenkomst tussen mitswa’s, anatomie en de kalender.
De 248 ledematen en 365 pezen in Kabbalah
De 16e-eeuwse kabbalist Rabbi Chaim Vital besprak deze kwestie vrij uitvoerig in zijn magnum opus, Shaarei Kedusha. In deel I, Shaar 1, schrijft hij:
Het wordt begrepen door onderscheidende mensen dat het lichaam van een persoon niet de werkelijke persoon is. Het lichaam is slechts het “vlees” van de persoon, zoals geschreven staat “U hebt mij bekleed met huid en vlees, en mij bedekt met beenderen en pezen”(Job 10:11)… de eigenlijke persoon is de (ziel); het lichaam is slechts een kledingstuk dat de ziel draagt…
Op dezelfde manier waarop een kleermaker een fysiek kledingstuk maakt in de vorm van een lichaam, maakte G-d op dezelfde manier het lichaam, dat het kledingstuk van de ziel is, in de vorm van een ziel, met 248 ledematen en 365 pezen … (overeenkomend met) 248 geestelijke ledematen en 365 geestelijke pezen… (zodat) de 365 geestelijke pezen van de ziel de 365 lichamelijke pezen van het lichaam “dragen” …
…het voedsel voor de ziel komt van het vervullen van de Tora, die 613 mitswa’s omvat die overeenkomen met de 613 geestelijke delen. De Torah wordt “brood” genoemd, zoals geschreven staat: “Kom, eet mijn brood” (Spreuken 9:5). Elk van de 248 geestelijke ledematen krijgt zijn voeding van een bepaalde mitswa die met dat ledemaat overeenkomt. Wanneer een persoon nalaat die bepaalde mitswa uit te voeren, zal het corresponderende ledemaat zijn juiste voeding ontberen…
(De auteur komt elders in deel I van dat werk op dit thema terug.)
De 248 ledematen in Gematria
We zien het getal 248 op andere plaatsen gebruikt om te verwijzen naar de ledematen van een persoon, soms in de context van mitswa’s en soms niet. Enkele voorbeelden van het laatste:
– De Talmoed in Nedariem zegt dat de getalswaarde van Avraham – 248 – het feit symboliseert dat G-d Avraham meesterschap gaf over al zijn ledematen.
– De Baal HaTuriem over Numeri 5:18 wijst erop dat het woord “ham’ar’rim” (“die een vloek brengen”) een waarde heeft van 496 – tweemaal 248. Dat komt omdat de bittere wateren niet alleen het lichaam van de overspelige vrouw straffen, maar ook haar minnaar. (Twee lichamen = 2 x 248 = 496.)
En dus…
We zien dat 248 als het aantal ledematen in een menselijk lichaam een kwestie op zich is, met halachische vertakkingen, gerelateerd aan maar onafhankelijk van de kwestie van het aantal mitswa’s in de Tora.