Phonetiek is een tak van de taalkunde die zich bezighoudt met de productie en classificatie van de spraakklanken in de wereld. Bij de productie van spraak wordt gekeken naar de interactie van verschillende stemorganen, bijvoorbeeld de lippen, tong en tanden, om bepaalde klanken voort te brengen. Bij de classificatie van spraak gaat het om het indelen van spraakklanken in categorieën, zoals te zien is in het zogeheten International Phonetic Alphabet (IPA). Het IPA is een raamwerk dat gebruik maakt van een enkel symbool om elke afzonderlijke klank in de taal te beschrijven en is wereldwijd te vinden in woordenboeken en leerboeken. Het zelfstandig naamwoord “vis” heeft bijvoorbeeld vier letters, maar het IPA geeft dit weer als drie klanken: f i ʃ, waarbij “ʃ” staat voor de “sh”-klank.
Fonetiek als interdisciplinaire wetenschap kent vele toepassingen. Zo wordt zij onder meer gebruikt bij forensisch onderzoek om na te gaan wiens stem achter een opname zit. Een andere toepassing is de rol die het speelt bij het onderwijzen en leren van talen, hetzij bij het leren van een eerste taal, hetzij bij het leren van een vreemde taal. In dit gedeelte van de website komen enkele takken van de fonetiek aan de orde, alsmede de transcriptie van spraak en een stukje geschiedenis van de fonetiek.
Fonetiek versus fonologie – de belangrijkste verschillen
Fonetiek kijkt naar de fysieke productie van klanken, waarbij de nadruk ligt op welke stemorganen met elkaar in wisselwerking staan en hoe dicht deze stemorganen ten opzichte van elkaar staan. De fonetiek kijkt ook naar het concept van de stemvoering, die zich voordoet bij het paar spieren dat zich in je stemband bevindt, ook bekend als de adamsappel. Als de stemplooien trillen, ontstaat er een stemhebbend geluid en elk geluid dat op die manier wordt gemaakt, wordt stemhebbend geluid genoemd, bijvoorbeeld “z”. Als de stemplooien niet trillen, leidt dit niet tot stemhebbendheid en ontstaat een stemloze klank, bijvoorbeeld een “s”. U kunt dit zelf waarnemen door twee vingers op uw stemband te leggen en herhaaldelijk “z” en “s” te zeggen. U zou trillingen tegen uw vinger moeten voelen wanneer u “z” zegt, maar geen trillingen wanneer u “s” zegt.
Fonologie wordt echter meer in verband gebracht met de abstracte eigenschappen van klanken, omdat het gaat over hoe deze categorieën in de geest worden opgeslagen. De fonetiek beschrijft ook bepaalde eigenschappen als gradiënt, zoals de stemvoering, waarbij we de lengte van de stemvoering tussen twee klanken kunnen vergelijken. Bijvoorbeeld in het Frans, is de intonatie langer dan in het Engels. In de fonologie worden deze segmenten eenvoudigweg categorisch gedefinieerd als stemhebbend of stemloos, ongeacht deze subtiele verschillen.