Arturo Alfonso Schomburg, schrijver, activist, verzamelaar, en belangrijk figuur van de Harlem Renaissance werd geboren in Saturce, Puerto Rico. Zijn moeder, een zwarte vrouw, was oorspronkelijk afkomstig van St. Croix, Deense Maagdeneilanden (nu de Amerikaanse Maagdeneilanden), en zijn vader was een Puerto Ricaan van Duitse afkomst. Schomburg emigreerde in 1891 naar New York City, New York. Hij was zeer actief in de bevrijdingsbewegingen van Puerto Rico en Cuba en richtte Las dos Antillas op, een culturele en politieke groepering die zich inzette voor de onafhankelijkheid van de eilanden. Na de ineenstorting van de Cubaanse revolutionaire strijd en de overdracht van Puerto-Rico aan de V.S. richtte Schomburg, gedesillusioneerd, zijn aandacht op de Afro-Amerikaanse gemeenschap. In 1911 hernoemde hij als meester El Sol de Cuba #38, een loge van Cubaanse en Puerto Ricaanse immigranten, tot Prince Hall Lodge ter ere van de eerste zwarte vrijmetselaar in het land. In datzelfde jaar richtte hij ook de Negro Society for Historical Research op. In 1922 werd hij verkozen tot president van de American Negro Academy.
Schomburg was een verwoed verzamelaar van materiaal over Afrika en de diaspora, en verzamelde meer dan 10.000 documenten. In 1926 werd zijn persoonlijke collectie toegevoegd aan de Division of Negro Literature, History and Prints van de Harlem branch van The New York Public Library en hij was conservator van 1932 tot aan zijn dood. Vandaag is het Schomburg Center for Research in Black Culture van The New York Public Library een van de belangrijkste onderzoekscentra over Afrika en de Diaspora, met meer dan 10 miljoen items.