Bloom’s Taxonomy definieert zes verschillende niveaus van denken. De niveaus lopen in oplopende volgorde van moeilijkheid, van basisvaardigheden, uit het hoofd leren tot hogere (moeilijkere en verfijndere) niveaus van kritisch denken. Bijvoorbeeld, een testvraag die vraagt om eenvoudige feitenkennis toont aan dat je kennis van het onderwerp hebt. Het beantwoorden van een opstelvraag vereist vaak dat je de feiten begrijpt en misschien de informatie toepast op een probleem. Ik wil de analyse van het onderwerp bevorderen, bijvoorbeeld door leerlingen een complex historisch proces of gebeurtenis te laten opdelen in samenstellende delen. Ik wil vooral dat de leerlingen de historische bewijzen ordenen en op een nieuwe manier presenteren, om een argument te creëren of te synthetiseren. Om dit te kunnen doen, moeten de leerlingen bewijsmateriaal evalueren en oordelen over de geldigheid en nauwkeurigheid van primaire bronnen.
Weten wat de verschillende denkniveaus zijn kan je helpen beter te presteren op werkstukken, toetsen, en andere opdrachten. Vaak krijg je hogere cijfers als je in je antwoord, werkstuk of project iets opneemt waaruit blijkt dat je het onderwerp hebt geanalyseerd, gesynthetiseerd of geëvalueerd. Met andere woorden, vermijd eenvoudige herhalingen. Het bestuderen van de onderstaande definities en werkwoorden zal je helpen creatiever en met meer begrip over het onderwerp na te denken. Dit is een herziening van de oorspronkelijke taxonomie, bijgewerkt in overeenstemming met de huidige pedagogie en leerstudies. Als je niet zeker weet wat sommige van de vetgedrukte werkwoorden hierboven betekenen, bekijk dan deze typologie van opstelwerkwoorden.
Kritische denkactiviteit Relevante voorbeeldwerkwoorden Voorbeeldopdrachten Voorbeeldbronnen of -activiteiten 1. Herinneren Relevante kennis uit het langetermijngeheugen ophalen, herkennen en oproepen, bv. termen, feiten, methoden, procedures, concepten opzoeken, leren Verwerven, Definiëren, Onderscheiden, Tekenen, Vinden, Etiketteren, Lijst, Overeenstemmen, Lezen, Noteren 1. Definieer elk van deze termen: encomienda, conquistador, gaucho 2. Wat was de Amistad? Geschreven verslagen, films, video’s, modellen, gebeurtenissen, media, schema’s, boeken. 2. Begrijpen Betekenis construeren uit mondelinge, schriftelijke en grafische boodschappen door middel van interpreteren, illustreren, classificeren, samenvatten, afleiden, vergelijken en verklaren. Gebruik en implicaties van termen, feiten, methoden, procedures, concepten begrijpen Vergelijken, Demonstreren, Differentiëren, Invullen, Vinden, Groeperen, Schetsen, Voorspellen, Representeren, Sporen 1. Vergelijk een ongewerveld dier met een gewerveld dier. 2. Gebruik een set symbolen en grafieken om de waterkringloop te tekenen. Trends, gevolgen, tabellen, cartoons 3. Toepassen Een procedure uitvoeren of gebruiken door uit te voeren, of te implementeren. Gebruik maken van, praktijktheorie toepassen, problemen oplossen, informatie gebruiken in nieuwe situaties Omzetten, Demonstreren, Onderscheiden, Ontdekken, Bespreken, Onderzoeken, Experimenteren, Voorbereiden, Produceren, Vastleggen 1. Zet het volgende om in een reëel probleem: snelheid = afstand / tijd. 2. Experimenteer met batterijen en gloeilampen om schakelingen te maken. Verzameling van voorwerpen, dagboek, foto’s, beeldhouwwerk, illustratie 4. Analyseren Materiaal in samenstellende delen breken, bepalen hoe de delen zich tot elkaar en tot een algemene structuur of doel verhouden door te differentiëren, te ordenen en toe te schrijven. Concepten uit elkaar halen, ontleden, structuur analyseren, aannames en gebrekkige logica herkennen, relevantie evalueren Classificeren, Bepalen, Discrimineren, Generalisaties vormen, In categorieën onderbrengen, Illustreren, Selecteren, Onderzoeken, Uit elkaar halen, Transformeren 1. Illustreer voorbeelden van twee soorten aardbevingen. 2. Een rivierkreeft ontleden en de lichaamsdelen onderzoeken. Grafiek, overzicht, diagram, grafiek, vragenlijst, verslag 5. Evalueren Oordelen op basis van criteria en normen door te controleren en te bekritiseren. Normen stellen, oordelen aan de hand van normen, bewijzen, rubrics, accepteren of verwerpen op basis van criteria Argumenteren, toekennen, bekritiseren, verdedigen, interpreteren, oordelen, meten, selecteren, testen, verifiëren 1. Verdedig of ontken de uitspraak: “De natuur zorgt voor zichzelf.” 2. Beoordeel de waarde van het verplichten van leerlingen om aardwetenschappen te volgen. Brieven, groep met discussiepanel, rechtszaak, enquête, zelfevaluatie, waarde, toespelingen 6. Creëren Het samenvoegen van elementen om een samenhangend of functioneel geheel te vormen; het reorganiseren van elementen in een nieuw patroon of een nieuwe structuur door middel van genereren, plannen of produceren. Dingen samenvoegen; verschillende delen samenbrengen; thema schrijven, toespraak presenteren, experiment plannen, informatie op een nieuwe & creatieve manier samenbrengen Synthetiseren, rangschikken, mengen, creëren, afleiden, bedenken, organiseren, plannen, presenteren, herschikken, herschrijven 1. Een demonstratie maken om verschillende chemische eigenschappen te laten zien. 2. Bedenk een methode om anderen over magnetisme te leren. Artikel, radioprogramma, video, poppenkast, uitvindingen, poëzie, kort verhaal Bronnen: Herziene Bloom’s Taxonomy-site, Mary Forehand, University of Georgia
Herziene Bloom’s Taxonomy-site, Richard C. Overbaugh & Lynn Schultz, Old Dominion University