Bruinkool, brede en variabele groep van laagwaardige kolen die gekenmerkt worden door hun bruinachtige kleur en hoge (meer dan 50%) vochtgehalte. Deze kolen omvatten doorgaans bruinkool en sommige subbitumineuze kolen. In Groot-Brittannië en andere landen wordt de term bruinkool gebruikt om de laagwaardige kolen (bruinkool en subbitumineuze kool) aan te duiden die over het algemeen een bruine kleur hebben. In Duitsland worden bruinkool, subbitumineuze kool en sommige hoog-volatiele bitumineuze kolen als bruine kolen (Braunkohle) geclassificeerd. In de Verenigde Staten en Canada wordt de term bruinkool niet gebruikt.
Bruinkool varieert in kleur eigenlijk van geel tot zwart en heeft een doffe tot heldere glans. Zij kunnen al dan niet een gelaagd uiterlijk hebben. Gelaagde bruine kolen kunnen lagen van geconcentreerd plantaardig materiaal bevatten, afgewisseld met lagen van meer verkoold materiaal. Veel bruine kolen van lichtere kleur hebben een vezelige structuur waarin wortels en ander plantaardig materiaal nog herkenbaar zijn, wat erop wijst dat er weinig verdere verkoling dan turf heeft plaatsgevonden. Bruine kolen kunnen van hoogwaardiger kolen worden onderscheiden door te kijken naar hun gedrag in verdund salpeterzuur of een kokende kaliumhydroxideoplossing. Bruinkool reageert tot een roodachtige oplossing, terwijl hoogwaardige kolen niet reageren.