Mijn naam is Andy Morris, 26 jaar.
Ik ben me altijd bewust geweest van de dreiging van bloedstolsels, omdat mijn vader dagelijks een “bloedverdunner” moest nemen vanwege een proteïnetekort. Hij heeft een geschiedenis van bloedstolsels in zijn benen, en in een geval in het bijzonder ontwikkelde hij niet slechts een, maar honderden bloedstolsels in zijn longen, maar op een of andere manier overleefde. Door mijn vaders geschiedenis van bloedstolsels in zijn benen, was ik altijd op mijn hoede voor vreemde pijnen in de mijne.
Uit het niets, in februari 2006, nog geen anderhalf jaar nadat ik getrouwd was, kreeg ik rugpijn. Ik had mijn rug bezeerd toen ik op de middelbare school in het worstelteam zat, dus ik dacht er aanvankelijk niet veel bij na. Helaas bleef de pijn aanhouden en verergerde met de dag. Niets verlichtte de pijn, geen medicijnen, geen verandering van houding of gaan liggen. Wat er ook gebeurde, mijn pijn bleef op een zeer hoog niveau. Op een gegeven moment gingen mijn vrouw en ik naar Wal-Mart om een verwarmingskussen te kopen. Ik moest ineenzakken om te kunnen lopen en besefte dat ik niet eens zeker wist of ik het wel zou halen om terug naar de auto te gaan. Ik kan koppig zijn, en hou niet van ziekenhuizen, dus negeerde ik het wijze advies van mijn vrouw om naar een dokter te gaan, tenminste tot ik geen keus meer had.
Ik werd misselijk, en opgedroogd bloed was een deel van wat naar boven kwam. Mijn vrouw reed me naar de eerste hulp. De artsen veronderstelden eerst dat ik een blindedarmontsteking had en vertelden me dat ik die nacht geopereerd zou worden, waartegen ik geen bezwaar had, gezien de pijn die ik had. Toen ik wakker werd, kreeg ik te horen dat mijn blindedarm in orde bleek te zijn, hoewel ze hem uit voorzorg toch hadden verwijderd. Toen de chirurg echter een kijkoperatie uitvoerde, zei hij dat mijn dunne darmen als rubber waren en dat hij niet eens zeker wist wat hij voelde. De chirurgen verwijderden die nacht tussen de 2 en 3 meter dunne darm. Ik kreeg geen enkele “bloedverdunner”, ondanks het feit dat mijn vader suggereerde dat het misschien iets te maken had met zijn stollingsverleden.
De artsen waren ervan overtuigd dat het de ziekte van Crohn was, wat een darmziekte is. Uiteindelijk werd ik overgeplaatst naar de ICU, omdat mijn toestand niet verbeterde, en op dit punt werd ik me volledig onbewust van wat er aan de hand was. De dokters vertelden mijn vrouw dat ze een routine CAT-scan gingen doen. Later diezelfde avond kreeg ze een telefoontje dat een onmiddellijke operatie nodig was om mijn leven te redden, omdat meer van mijn dunne darmen waren afgestorven, als gevolg van bloedstolsels. Ze verwijderden tussen de 1 en 2 meter meer dode dunne darm tijdens deze operatie. De chirurgen sloten de buikwond niet volledig na de tweede operatie. Ze waren bang dat ik een derde incisie niet zou kunnen doorstaan als er nog een operatie nodig was. Dit heeft geleid tot wat ik graag mijn “trofee litteken” noem, dat ongeveer zes centimeter lang is op mijn onderbuik en bijna een centimeter breed, een dagelijkse herinnering aan wat ik heb doorgemaakt.
Toen ik eindelijk aan de “bloedverdunners” was, was ik na ongeveer een week uit het ziekenhuis, en weer thuis om aan het lange herstel te beginnen. Het duurde van februari tot begin mei voordat mijn operatiewond volledig was genezen. Mijn ziekenhuisopname duurde ongeveer drie weken. Later ontdekten we dat mijn grootvader in 1989 was overleden aan bloedstolsels in zijn dunne darm.
Ik neem nu elke avond 5 mg van een “bloedverdunner”, en ook foliumzuur. Ik zal van nu af aan een “bloedverdunner” nemen. Tussen dit, mijn litteken, en hoe dicht ik bij de dood was, moet ik zeker zeggen dat mijn leven veranderd is. Deze ervaring maakt me zeer vastbesloten om mijn verhaal en familiegeschiedenis te delen, omdat het een dramatisch bewijs is van hoe levensbedreigend een niet herkende bloedklonter kan zijn, en hoe belangrijk het is om de familiegeschiedenis te kennen en te benadrukken met het gezondheidszorgteam.