In de laatste weken van maart 2000 is ijsberg B-15 afgekalfd van de Ross Ice Shelf nabij Roosevelt Island, Antarctica. Het afkalven gebeurde langs reeds bestaande scheuren in de ijsberg. De ijsberg was ongeveer 295 kilometer lang en 37 kilometer breed, met een oppervlakte van 10.915 vierkante kilometer – bijna even groot als het eiland Jamaica (10.991 vierkante kilometer). Wetenschappers geloven dat het enorme stuk ijs is afgebroken als onderdeel van een langdurige natuurlijke cyclus, die om de vijftig tot honderd jaar plaatsvindt. In 2000, 2002 en 2003 brak ijsberg B-15 in verschillende stukken, waarvan de grootste, B-15A, 6.400 vierkante kilometer van het zeeoppervlak besloeg.
In november 2003, na de afscheiding van B-15J, dreef B-15A weg van Ross Island in de open wateren van de Ross Sea. In december 2003 maakte een kleine mesvormige ijsberg, B-15K (ongeveer 300 km2), zich los van het hoofdlichaam van B-15A en begon naar het noorden af te drijven. Tegen januari 2005 zorgden de heersende stromingen ervoor dat B-15A in de richting dreef van de Drygalski ijstong, een 70 kilometer lange verlenging van de David gletsjer, die door het kustgebergte van Victoria Land stroomt. Op enkele kilometers van de ijstong strandde de ijsberg op een ondiepe onderzeese berg alvorens zijn noordwaartse koers te hervatten. Op 10 april 2005 botste B-15A tegen de ijstong, waarbij het uiteinde van de ijstong afbrak; de ijsberg leek onaangetast door de botsing.
Iceberg B-15A bleef langs de kust drijven en verliet McMurdo Sound. Op 27-28 oktober 2005 liep de ijsberg aan de grond bij Kaap Adare in Victoria Land en brak in verschillende kleinere stukken, die seismische signalen genereerden die werden waargenomen tot aan het Amundsen-Scott Zuidpoolstation, waarvan de grootste nog steeds B-15A werd genoemd (nu ongeveer 1700 vierkante kilometer (660 vierkante mijl) groot). Drie bijkomende stukken werden B-15P, B-15M, en B-15N genoemd. IJsberg B-15A verplaatste zich toen verder naar het noorden en brak in nog meer stukken. Deze werden op 3 november 2006 opgemerkt door een visserijpatrouille van de luchtmacht. Op 21 november 2006 werden verschillende grote stukken gezien op slechts 60 km van de kust van Timaru, Nieuw-Zeeland – het grootste stuk meet ongeveer 18 kilometer (11 mi), en rijst 37 meter (121 ft) op van het oppervlak van de oceaan.
In 2018 zijn er nog vier stukken over die groot genoeg zijn om te worden gevolgd door het National Ice Center (ten minste 20 vierkante zeemijl). Eén stuk, B-15Z, meet 10 zeemijl bij 5 zeemijl. Het bevond zich in de zuidelijke Atlantische Oceaan, ongeveer 150 zeemijl ten noordwesten van South Georgia Island. Naarmate het verder noordwaarts trekt, neemt de snelheid van het smelten toe. De meeste ijsbergen blijven niet lang zo ver noordelijk.