Impatiens, groot geslacht van kruidachtige planten die behoren tot de familie Balsaminaceae. Impatiens zijn wijdverspreid in Azië, Afrika en Noord-Amerika, en verschillende zijn populaire tuinplanten.
Impatiens dragen enkelvoudige bladeren die gewoonlijk om en om langs de stengel staan. De bovenste bladeren staan vaak in een krans (d.w.z. dat er drie of meer in een cirkel uit de stengel groeien). De bloemen, die paars, geel, roze, rood of wit kunnen zijn, zijn onregelmatig van vorm en komen uit de oksels van de bladeren; ze kunnen alleenstaand zijn of in kleine trossen staan. De naam, die “ongeduldig” betekent, verwijst naar de vlugheid waarmee de zaden van de planten worden verspreid. De rijpe zaaddoos barst bij lichte druk, waardoor de zaden verspreid worden.
De tuinbalsemien (Impatiens balsamina) is inheems in de tropen van Azië, maar wordt al lang in de gematigde streken van de wereld gekweekt. De plant is eenjarig, wordt ongeveer 75 cm hoog en kent vele tuinbouwvormen met bloemen in bijna alle kleuren behalve blauw. Gevlekt juweelkruid (I. capensis) en bleek riet (I. pallida) zijn gewone onkruiden die inheems zijn in uitgestrekte gebieden van oostelijk Noord-Amerika. Gevlekt juweelzaad wordt tot 150 cm hoog en draagt oranje bloemen die met rood of bruin zijn gevlekt, terwijl bleek vlektme-nietje grotere, gelere bloemen heeft. Het westelijke juweelzaadje (I. noli-tangere) komt van nature voor in het westen van Noord-Amerika, Europa en Azië.