Op 28 juni 1914 bevond Sarajevo zich in het epicentrum van de wereldpolitiek. Gavrilo Princip, een 18-jarige schooljongen, vermoordde aartshertog Franz Ferdinand, de troonopvolger van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk.
Deze daad veroorzaakte een keten van gebeurtenissen van wereldformaat. De Europese keizerrijken lagen al tientallen jaren op ramkoers, nu was een botsing onvermijdelijk. Een maand later was de wereld in oorlog.
Op die noodlottige dag in juni, handelde Princip niet alleen. Hij maakte deel uit van een groep bestaande uit jonge mannen van alle drie de Bosnische nationaliteiten. Niet minder dan vijf moordenaars wachtten de aartshertog die ochtend op in Sarajevo. De eerste drie mislukten in hun pogingen. Princip slaagde slechts bij toeval.
De eerste twee moordenaars keken toe hoe de autocolonne van de aartshertog voorbij reed, en met bommen en pistolen in de hand, faalden ze te handelen. Uiteindelijk gooide een derde huurmoordenaar zijn bom, maar de bom ketste van het dak van de auto af de straat op, waar hij ontplofte en de menigte verwondde. De moordenaar probeerde een cyanidepil in te slikken en in de rivier te springen, maar hij braakte de pil onmiddellijk uit en aangezien de rivier slechts 5 centimeter diep was, werd hij gemakkelijk en levend gearresteerd.
Princip, die een relatief onbelangrijke rol speelde in het complot, ging, toen hij hoorde dat de moord was mislukt, een broodje halen. Pas toen hij toevallig de colonne voorbij zag rijden, trok hij haastig zijn pistool en schoot zowel de aartshertog als hertogin Sophie dood. Franz Ferdinand’s laatste woorden waren: “Sophie, Sophie! Sterf niet! Leef voor onze kinderen!” gevolgd door zijn herhaalde uitspraken, “Het is niets. Het is niets. Het is niets.” Ze stierven beiden rechtop zittend in de auto voordat ze medische hulp konden krijgen.
Gavrilo Princip stierf in een Oostenrijkse gevangenis in afwachting van de conclusie van zijn proces.
Voor het grootste deel van de wereld, was Gavrilo Princip een gekke jeugd misleid door nationalisme; aangewakkerd door een naïef anarchisme werd hij een terrorist. In het Koninkrijk Joegoslavië en later in de Socialistische Republiek werd hij echter gezien als een held.
Het gebouw op de hoek van de straat met uitzicht op de Latijnse Brug, waar Princip stond toen hij de fatale schoten afvuurde, is omgebouwd tot een museum dat aan hem is gewijd. De exacte plek waar hij stond werd gemarkeerd door voetafdrukken in reliëf en op de hoek van de straat werd een gedenkplaat geplaatst.
In 1941 tijdens WO II werd de gedenkplaat voor het eerst verwijderd door het bezettende nazi-leger.
Tijdens de oorlog in de jaren negentig veranderde de publieke en officiële opinie over de moordaanslag op Franz Ferdinand. Voor de Bosnische Moslim bevolking begonnen de gebeurtenissen gezien te worden als een Servisch complot, opgelegd aan de burgers van Sarajevo. Princip werd door hen beschouwd als een Servische terrorist en dus werd het museum gesloten, de voetafdrukken verwijderd en de gedenkplaat vernield.
In de jaren na de Bosnische oorlog is de plaatselijke perceptie van de geschiedenis nog een keer omgedraaid. Het museum werd in ere hersteld, ditmaal als museum van de Oostenrijks-Hongaarse overheersing in Sarajevo, en op de straathoek werd een nieuwe gedenkplaat geplaatst.