Basalt
Een soort stollingsgesteente. Basalt is het meest voorkomende gesteentetype in de aardkorst en vormt het grootste deel van de oceaanbodem.
Compactering en cementering
Een proces dat sediment in sedimentgesteente verandert. In de loop der tijd hopen sedimenten zich op in oceanen, meren en valleien, waardoor ze zich uiteindelijk in lagen ophopen en het materiaal eronder verzwaren. Dit gewicht drukt de sedimentdeeltjes samen en verdicht ze. Water dat door de ruimten tussen de deeltjes stroomt, helpt ze nog meer samen te smelten.
Conglomeraat
Een type sedimentgesteente dat bestaat uit kiezels, stenen en kleinere deeltjes die door de werking van golven of water worden samengeperst. Conglomeraat wordt vaak gevonden in grote vlakten of bedden. Het vinden van een bed van conglomeraat is een goede aanwijzing dat op die plaats ooit een rivier of strand heeft bestaan.
Afkoeling
Het proces waarbij magma verhardt en in stollingsgesteente verandert. De afkoeling van magma kan zowel onder als op het aardoppervlak plaatsvinden.
Erosie
Het proces waarbij grond, sediment en kleine stukjes gesteente van hun oorspronkelijke plaats worden weggevoerd en naar elders worden overgebracht door de werking van wind, water, ijs of levende organismen.
Fossielen
Afdrukken van bladeren, schelpen, insecten of andere voorwerpen die in gesteente zijn achtergelaten.
Gneis
Een soort metamorf gesteente dat meestal lintvormige lagen heeft. Gneis (uitgesproken als “mooi”) is vaak te zien op berghellingen, waar gesteenten die onder de oppervlakte zijn gevormd, omhoog zijn geduwd door bewegingen in de aardkorst.
Warmte en druk
Het proces dat onder het aardoppervlak plaatsvindt en elk soort gesteente in metamorf gesteente verandert.
Igneus gesteente
Een van de drie belangrijkste soorten gesteente, gevormd door het afkoelen en verharden van magma. Soms koelt het magma diep in de aarde af, en andere keren komt het vanuit vulkanen op het aardoppervlak tot uitbarsting (in dit geval wordt het lava genoemd).
Kalksteen
Een type sedimentgesteente dat vaak in de buurt van oceanen en meren wordt aangetroffen.
Magma
Hete, gesmolten gesteente dat diep in de aarde wordt aangetroffen.
Magma
Gesmolten gesteente dat onder het aardoppervlak stroomt en bestaat uit gassen, vloeistoffen en kristallen. Wanneer magma de oppervlakte bereikt, wordt het lava genoemd.
Marmer
Een soort metamorf gesteente dat wordt gevormd wanneer kalksteen in de aarde wordt geduwd en gedurende lange tijd aan intense hitte en druk wordt blootgesteld.
Smelten
Het proces waarbij een gesteente in magma verandert. Voor het smelten van een gesteente zijn extreem hoge temperaturen nodig, die alleen ver onder het aardoppervlak voorkomen.
Metamorf gesteente
Een van de drie belangrijkste gesteentetypen, diep in de aarde gevormd, waarbij gesteentemateriaal aan intense hitte en druk wordt blootgesteld (squeezing). De gesteenten die het resultaat zijn van deze processen hebben vaak lintvormige lagen en kunnen aan het oppervlak glimmende kristallen hebben, gevormd door mineralen die in de loop der tijd langzaam groeien.
Metamorfose
Van het Griekse “transformeren” is metamorfose de verandering die optreedt wanneer gesteenten onder het aardoppervlak worden onderworpen aan intense hitte en druk, waardoor ze in metamorf gesteente veranderen.
Obsidiaan
Een soort extrusief stollingsgesteente, ontstaan uit lava die zo snel afkoelt dat er zich geen kristallen aan het oppervlak kunnen vormen. Het komt voor in de buurt van vulkanische lavastromen.
De gesteentekringloop
De zich herhalende reeks gebeurtenissen die gesteenten in de loop der tijd ondergaan, waardoor ze van het ene type in het andere veranderen.
Sediment
Losse stukjes mineralen en gesteenten.
Sedimentgesteente
Een van de drie belangrijkste gesteentetypen, gevormd uit deeltjes zand, schelpen, kiezelstenen en andere materiaalfragmenten. Al deze deeltjes samen worden sedimenten genoemd. Geleidelijk aan stapelt het sediment zich in lagen op en verhardt over een lange periode tot gesteente. Over het algemeen is sedimentgesteente vrij zacht en kan het gemakkelijk uit elkaar vallen of afbrokkelen. In het gesteente zijn vaak zand, kiezels of stenen te zien, en het is meestal het enige type dat fossielen bevat.
Volkaan
Een opening in het aardoppervlak waardoor heet magma, as en gassen van diep onder het oppervlak kunnen ontsnappen. Wanneer magma door een vulkaan de oppervlakte bereikt, wordt het lava genoemd. Wanneer lava afkoelt, vormt het extrusief stollingsgesteente.
Weer
Het proces waarbij gesteenten door wind en water worden afgesleten, waardoor sedimenten ontstaan.
Gracht
Een diepe vallei die zich vormt aan de rand van een continent wanneer een oceanische plaat onder een continentale plaat zakt.