Internaliserende symptomen en stoornissen komen relatief vaak voor tijdens de adolescentie en hebben een aanzienlijke impact op het sociaal en emotioneel functioneren. Gebruikmakend van een familiesysteem raamwerk, bespreekt dit artikel de huidige literatuur die de impact van internaliserende symptomen en stoornissen op het functioneren van het familiesysteem, het echtgenoot-subsysteem en het ouder-kind subsysteem onderzoekt. Bovendien wordt de literatuur die de relatie tussen internaliserende symptomen en stoornissen bij ouders en adolescenten onderzoekt, besproken. Het onderzochte onderzoek toont aan dat er een associatie bestaat tussen internaliserende symptomen en stoornissen en slechter functioneren op verschillende niveaus van het gezinssysteem. Longitudinale studies hebben over het algemeen gerapporteerd dat internaliserende symptomen en stoornissen bij ouders slechter functioneren in het gezinssysteem voorspellen, evenals internaliserende symptomen en stoornissen bij adolescenten. Echter, weinig longitudinale studies hebben onderzocht of internaliserende symptomen en stoornissen bij adolescenten een slechter gezinsfunctioneren en internaliserende symptomen en stoornissen bij ouders voorspellen. De studies die dergelijke effecten hebben onderzocht, rapporteren gemengde resultaten. Op basis van ons onderzoek doen wij aanbevelingen over toekomstige onderzoeksrichtingen. In het bijzonder wordt gesteld dat meer onderzoek naar de wederzijdse effecten van internaliserende symptomen en stoornissen binnen gezinnen nodig is om de antecedenten en gevolgen van deze condities voor gezinnen van adolescenten beter te begrijpen.