Het U.S. Naval Observatory huisvest enkele van ’s werelds meest geavanceerde wetenschappelijke instrumenten, zoals de Master Clock, een geïntegreerd netwerk van honderd atoomklokken die het Global Positioning System ondersteunen. Maar weggestopt in een hoekje op de bovenste verdieping van het gebouw is een veel meer historische (maar niet minder wereldse) attractie: een ronde bibliotheek met de beste astronomische speciale collectie in de Verenigde Staten.
De Amerikaanse marine heeft de schat sinds 1830 vergaard. Het heeft nu een indrukwekkende collectie van hemelen catalogi, astrofysische tijdschriften, en de werken van grootheden als Galileo, Copernicus, Einstein, en Newton.
De bibliotheek is ook vanuit architectonisch en design oogpunt een lust voor het oog. Bezoekers komen eerst de eigenzinnige kleine binnenfontein tegen, met zijn rustig gekabbel van water en verzameling glimmende centen. Dan naar de smeedijzeren wenteltrappen die gemakkelijk toegang geven tot de tweede verdieping. De schijfvormige boekenkrater doet denken aan de ronde telescoopkamer van een observatorium.
Smithsonian Curator of Astronomy Dr. David H. DeVorkin beschrijft de bibliotheek van het observatorium als “veel meer dan een collectie boeken. Het is een goed afgestelde motor voor onderzoek dat centraal staat in de astronomie. Het is geen passieve opslagplaats zonder een eigen geest, hart en ziel.”
Devorkin zinspeelt op het feit dat de bibliotheek van het Observatorium archieven bevat die honderden jaren teruggaan. Enorm nuttig voor moderne astronomen, zijn deze verslagen samengesteld door sterrenkijkers die het werk ondernamen zonder enige beloning. Astronomische verslagen, bijvoorbeeld over hoe de maan er vannacht uitzag, zijn nu niet erg nuttig, maar over honderd jaar in de toekomst kan het totaal van zulke waarnemingen van onschatbare waarde zijn.
De Canadese astronoom J.S. Plaskett schreef in 1911: “Alle eer aan de astronomen van het verleden, die hun leven besteedden aan het doen van waarnemingen waarvan zij zelf geen vruchten konden hopen te plukken, en alle eer aan de astronomen van het heden, die onbaatzuchtig gegevens verzamelen die alleen een toekomstige generatie kan gebruiken.” Het is dit historische record, het bloed, zweet en tranen van lang overleden astronomische alumni, dat voortleeft in de Naval Observatory Library.
Update april 2018: Alle rondleidingen zijn voor onbepaalde tijd opgeschort.