De milieueffecten van de ontwikkeling en opwekking van geothermische energie omvatten de veranderingen in landgebruik die gepaard gaan met exploratie en de bouw van centrales, geluidshinder en horizonvervuiling, de lozing van water en gassen, de productie van stank, en bodemdaling. De meeste van deze effecten kunnen echter met de huidige technologie worden beperkt, zodat geothermische toepassingen slechts een minimaal effect op het milieu hebben. Klamath Falls, Oregon, heeft bijvoorbeeld ongeveer 600 geothermische bronnen voor de verwarming van woonwijken. De stad heeft ook geïnvesteerd in een stadsverwarmingssysteem en een sneeuwsmeltsysteem in het centrum, en levert verwarming aan plaatselijke bedrijven. Geen van de systemen voor de levering van geothermische energie is echter zichtbaar in de stad.
Bovendien hebben WKK’s een zeer minimaal effect op het milieu, omdat zij gebruik maken van ondiepe geothermische bronnen binnen 100 meter (ongeveer 330 voet) van de oppervlakte. WKK’s veroorzaken slechts kleine temperatuurveranderingen in het grondwater of de rotsen en bodem in de grond. In gesloten-lussystemen wordt de grondtemperatuur rond de verticale boorgaten licht verhoogd of verlaagd; de richting van de temperatuurverandering wordt bepaald door de vraag of het systeem wordt gedomineerd door verwarming (wat het geval zou zijn in koudere regio’s) of door koeling (wat het geval zou zijn in warmere regio’s). Bij een evenwichtige belasting door verwarming en koeling zal de grondtemperatuur stabiel blijven. Evenzo zouden open-loop systemen die gebruik maken van grondwater of meerwater zeer weinig effect hebben op de temperatuur, vooral in regio’s die worden gekenmerkt door hoge grondwaterstromen.
In een vergelijking van de voordelen van geothermische energie met andere duurzame energiebronnen is het belangrijkste voordeel van geothermische energie dat de basisbelasting 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar is, terwijl zonne- en windenergie slechts ongeveer een derde van de tijd beschikbaar zijn. Bovendien schommelen de kosten van geothermische energie tussen 5 en 10 cent per kilowattuur, wat concurrerend kan zijn met andere energiebronnen, zoals steenkool. Het grootste nadeel van de ontwikkeling van geothermische energie zijn de hoge initiële investeringskosten voor de bouw van de faciliteiten en infrastructuur en het hoge risico van het aantonen van de bronnen. (Geothermische bronnen in gesteenten met een lage doorlaatbaarheid worden vaak gevonden, en bij exploratieactiviteiten worden vaak “droge” gaten geboord, d.w.z. gaten die stoom produceren in hoeveelheden die te klein zijn om economisch te worden geëxploiteerd). Maar als de bron eenmaal is aangetoond, zijn de jaarlijkse brandstofkosten (d.w.z. warm water en stoom) laag en escaleren de prijzen meestal niet.
John W. Lund