(ook Nafud), de algemene naam van verschillende zandwoestijnen op het Arabisch schiereiland, in Saoedi-Arabië. De meest uitgestrekte van deze woestijnen zijn de Grote Nefud (An Nafud), Dahana (Lesser Nefud), en Nefud Dahi (Nafud ad Dahy).
De Grote Nefud, een woestijn in het noordelijk deel van het Arabisch Schiereiland, heeft een oppervlakte van ongeveer 70.000 vierkante km en hoogten variërend van 600 tot 1.000 m. Deze woestijn is een uitgestrekte gelaagde vlakte met grote massa’s stuifzand (relatieve hoogte, tot 100 m) afgewisseld met gedeelten van hammadas. Er zijn geïsoleerde laaggebergtemassieven die hoofdzakelijk bestaan uit sterk verweerde rode zandstenen, waardoor roodachtige zanden overheersen. Er zijn talrijke droge rivierbeddingen (wadi’s). Het klimaat is tropisch en sterk continentaal. De gemiddelde temperatuur in juli ligt boven de 30°C (maximum, tot 54°C), en de gemiddelde temperatuur in januari boven de 10°C; de neerslag bedraagt ongeveer 100 mm per jaar. Er waait voortdurend een krachtige wind. De schrale vegetatie bestaat uit schaars alsemstruweel, met een groot aantal efemere soorten die in natte jaren groeien. Roofdieren zijn de hyena, de jakhals en de wilde kat; hoefdieren zijn onder andere de gazelle. Er zijn talrijke knaagdieren en hagedissen. Langs de randen van de woestijn worden spaarzame oases gevonden.
De Dahana beslaat een smalle (20-70 km) oude afwateringstrog, die zich 1.200 km uitstrekt van de Grote Nefud in het noorden tot de Rub al Khali woestijn in het zuiden. De gemiddelde hoogte is ongeveer 450 m. Massa’s stuifzand en gestabiliseerd zand worden begrensd door cuesta-hoogvlakten. In het oosten zijn er struwelen van de saxaul Haloxylon persicum.
De Nefud Dahi is een zandwoestijn in het centrum van het Arabisch Schiereiland. Het is ongeveer 500 km lang en 100 km breed. Er zijn massa’s barchans.
De schaarse vegetatie op alle woestijnen wordt gebruikt als seizoensweiden.