Polyether, een van de organische stoffen die worden bereid door vele moleculen van eenvoudiger verbindingen (monomeren) samen te voegen of te polymeriseren door er etherverbindingen tussen te maken; polyethers, die zowel keten- als netwerkachtig in moleculaire structuur kunnen zijn, vormen een ongewoon diverse groep polymeren.
Polyethyleenglycolen zijn in water oplosbare vloeistoffen of wasachtige vaste stoffen die worden gebruikt in cosmetische en farmaceutische preparaten en bij de vervaardiging van emulgeermiddelen of bevochtigingsmiddelen en smeermiddelen. Polypropyleenglycolen zijn vloeistoffen, meestal onoplosbaar in water, die worden gebruikt om schuimvorming in industriële processen te onderdrukken en voor het maken van polyurethaanharsen, hydraulische vloeistoffen en diverse andere materialen.
Epoxyharsen, die op grote schaal worden gebruikt als coatings en kleefstoffen, worden bereid door vloeibare polyethers om te zetten in smeltbare vaste stoffen door de lange-keten moleculen tot netwerken te verbinden, een proces dat uitharding wordt genoemd. Fenoxyharsen zijn polyethers die lijken op die welke in epoxy’s worden gebruikt, maar de polymeren hebben een hoger molecuulgewicht en hoeven niet te worden uitgehard; zij worden vooral gebruikt als metaalprimers. Polyfenyleenoxydeharsen, zoals Noryl, zijn zeer goed bestand tegen water en hoge temperaturen (175°-300° C; 350°-575° F). Penton, een chloorhoudende polyether die door vele chemicaliën niet wordt aangetast, wordt verwerkt tot platen die worden gebruikt voor de bekleding van opslagtanks en dergelijke.