Recentelijk stuurde een heer ons het volgende bericht.
In de Bijbel die u gebruikt, staat een ernstige, misleidende vertaling – “Zij doorboorden mijn handen en mijn voeten …” De tekst moet luiden: “Als een leeuw (Hebreeuws
KeAri
) zijn zij aan mijn handen en voeten.”De fundamentalistisch-christelijke uitleggers hebben in feite de spelling van het woord veranderd van
KeAri
(als een leeuw) inKari
. Als men dan de Hebreeuwse grammatica volledig negeert, kan men dit zo verdraaien dat het betekent: “Hij doorboorde mij,” en dan, zoals in de King James Version, laten ze er lezen: “Zij doorboorden mijn handen en voeten.”
Hoewel wij niet de tijd hebben om in te gaan op elke tegenwerping van sceptische critici, vonden wij dit een overweging waard. Het is gekleed in net genoeg oppervlakkig “gewaad” om de schijn van geloofwaardigheid te veinzen.
In de eerste plaats moeten we opmerken dat het theologische perspectief van de schrijver volkomen doorzichtig is. De benaming “fundamentalistisch christen” is een wegwijzer. We zijn een lezer tegengekomen wiens belangstelling voor de Bijbel is ingegeven door vijandigheid, niet door eerlijk onderzoek naar de volledige gegevens.
In een poging om de juiste betekenis te bepalen van de controversiële zinsnede, “zij doorboorden mijn handen en mijn voeten” (Psa. 22:16 – KJV, ASV, NIV, ESV), moet alle beschikbare informatie in aanmerking worden genomen – Hebreeuwse manuscripten, andere vertalingen, de gegevens van het Nieuwe Testament, etc. Aan elk van deze moet het juiste gewicht worden toegekend.
Hebreeuwse handschriften
Geleerden van het Oude Testament geven toe dat in de meeste Hebreeuwse teksten die tegenwoordig beschikbaar zijn “leeuw” staat, in plaats van “doorboord”. In sommige van deze manuscripten is “doorboord” een kanttekening.
Aan de andere kant zijn er Hebreeuwse teksten waar “doorboord” staat, met “leeuw” in de kantlijn. Dezelfde variatie wordt weerspiegeld in Engelse vertalingen, behalve dat de overgrote meerderheid van de Engelse versies “doorboord” in de tekst behouden, met “leeuw” in sommige gevallen gedegradeerd tot de voetnoot (zie ASV, RSV, NIV, ESV).
De twee woorden lijken opvallend veel op elkaar in de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst. Het enige verschil tussen het woord dat vertaald wordt met “als een leeuw,” en het woord dat vertaald wordt met “zij doorboorden” is de lengte van de opgaande klinkerslag van het laatste woord. Aangezien het Hebreeuws geen geschreven klinkers had – alleen klinkerklanken – denken sommigen dat de verwarring het gevolg kan zijn van een misverstand in de uitspraak.
Craigie biedt deze zienswijze en zegt dat de weergave “als een leeuw” “talrijke problemen oplevert en nauwelijks juist kan zijn” (196). Zelfs de zeer liberale Interpreter’s Bible, die de passage afwijst als profetisch voor de kruisiging van Christus, zegt dat “als een leeuw” geen zin heeft in de context (Sclater, 120).
Brown, e.a., geven de term op deze manier weer: “zij hebben mijn handen en mijn voeten geboord (gegraven, uitgehouwen)” (468). Professor Baigent van het West London Institute of Higher Education suggereert dat de standaard Massoritische Hebreeuwse tekst, die “als een leeuw” weergeeft, “corrupt lijkt te zijn” (614). Talrijke andere geleerden zijn het daarmee eens.
Daarnaast moeten we opmerken dat in de Dode Zee Rollen, die duizend jaar ouder zijn dan de gewone Hebreeuwse teksten, de term duidelijk “doorboord” is, en niet “leeuw” (VanderKam / Flint, 124).
Verleveringen uit de oudheid
De oude versies (vertalingen van de Hebreeuwse tekst in verschillende talen) ondersteunen in overweldigende mate de lezing “doorboord”. Dit is het geval in de Septuagint (Griekse versie), de Syrische, Vulgaat, Arabische, en de Ethiopische.
Men moet bedenken dat de Massoritische Hebreeuwse tekst uit de tweede eeuw na Christus is, terwijl de Septuagint dateert uit de derde eeuw v. Chr. Er is hier een zeer krachtig punt, waarop Kidner de aandacht vestigt:
“Een sterk argument in zijn voordeel is dat de LXX , samengesteld twee eeuwen voor de kruisiging, en dus een onbevooroordeelde getuige, het zo opvatte” (107).
Tot zover de bewering van onze criticus dat “doorboord” een “fundamentalistisch christelijk” verzinsel is!
Er is nog een ander punt dat het overwegen waard is.
Omstreeks 140 na Christus maakte een geleerde met de naam Aquila, een inwoner van Pontus, een Griekse vertaling van het Oude Testament, waarvan de opzet was om te wedijveren met de Septuagint. Aquila was een afvallige van het Christendom die zich tot het Judaïsme had bekeerd. In zijn vertaling schijnt hij niets geweten te hebben van de weergave “als een leeuw” (zie Cook, IV, 223).
Aanvullende ondersteuning van het Oude Testament
Het hoeft ons nauwelijks te verbazen dat de profeten zich zouden concentreren op de wijze van Jezus’ dood, aangezien de Heiland moest sterven op een wijze waarbij zijn “bloed” zou worden vergoten. Het bloed is de bewaarplaats van het “leven” (Lev. 17:11). Door onze zonden hebben wij het recht om te leven verspeeld (Gen. 2:17; Rom. 6:23).
Op grond van het goddelijke plan der dingen was de Zoon van God verplicht zijn “leven” (bloed) te geven, wilden wij leven (Mt. 20:28; 26:28; Rom. 3:21-26) – wat Hij vrijwillig en liefdevol deed.
In het licht hiervan, overweeg twee andere teksten uit het Oude Testament.
De profeet Jesaja verklaarde: “Maar Hij werd om onze overtredingen verwond…” (53:5). En Zacharia kondigde namens de Messias aan:
“En Ik zal over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem uitgieten een geest van genade en van smeking; en zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben” (12:10; vgl. Joh. 19:37).
Zoals wij later zullen opmerken, is de taal van Psalm 22:16 zeer vergelijkbaar – maar nog specifieker.
Op grond van het Nieuwe Testament
Hoewel Psalm 22:16 in het Nieuwe Testament niet rechtstreeks wordt geciteerd, zijn er sterke indirecte aanwijzingen dat de zinsnede in deze passage een voorafschaduwing is van de kruisiging en dus een zinspeling bevat op de wijze van Jezus’ dood.
Alleen de zeer stompzinnigen, en zij die met hen het gezag van de schrijvers van het Nieuwe Testament ontkennen, verzetten zich tegen de conclusie dat Psalm 22 als algemene strekking de zending van de beloofde Messias heeft.
Het verhaal begint met: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” – een vraag die de Heiland vanaf het kruis op pijnlijke wijze formuleerde (Mt. 27,46; Mc. 15,34). De behandeling die Christus ten deel viel tijdens zijn proces/kruisiging wordt beeldend weergegeven in Psalmen 22:7-8.
“Allen die mij zien, lachen mij uit: Zij schieten de lip uit, zij schudden het hoofd, zeggende: Vertrouwt u toe aan Jehovah, laat Hij hem verlossen…” (vgl. Lc. 23:35; Mt. 27:39, 43).
Vers 18 toont de soldaten die gokken om de kleren van de Heer. “Zij delen mijn klederen onder hen, en op mijn gewaad werpen zij het lot” (vgl. Mt 27,35).
Het is in het midden van deze context dat de controversiële uitspraak wordt gevonden: “
Vergelijk bovendien deze zin met de verwijzingen in het Nieuwe Testament naar de wonden van de handen en voeten van de Heiland (Lc. 24,40; Joh. 20,25). Het verband is te duidelijk om te missen als de student eerlijk is.
Het is de moeite waard op te merken dat Tertullianus (cir. 160-220 na Christus), een van de post-apostolische “kerkvaders,” die toegang had tot bewijsmateriaal ouder dan wij vandaag de dag bezitten, uit Psalm 22 citeerde in een van zijn vijf boeken, Tegen Marcion.
In Boek III, dat bedoeld is om de Messiaanse identiteit van Jezus te beargumenteren op grond van oudtestamentische profetie, zegt Tertullianus dat de Heer “profetisch zijn heerlijkheid verkondigde” toen Hij zei: “Zij hebben mijn handen en mijn voeten doorboord” (Sect. XIX).
Wij aarzelen dan ook niet om te zeggen, dat het overwicht van het bewijs ligt bij onze gangbare Engelse versies. Psalm 22:16 is een expliciete profetie van de kruisiging van Jezus Christus.
Zoals George Rawlinson, Professor in Oude Geschiedenis te Oxford, opmerkte: “Er zijn geen voldoende kritische gronden om afstand te doen” van de opvatting dat “doorboord” de juiste term van de tekst is (153).