Ik ben ook een beginner. Doe mijn A1, dus corrigeer mijn antwoord als ik het fout heb.
Zo ver ik weet, hebben de Duitsers de logica van objecten en woorden die geslacht hebben.
Eg. Der Bliestift, ein Fuller
Die Karte, Eine Landkarte
Das Buch, Ein Haus
Zij scheiden de geslachten in 3: Maskulin, Neutral, und Feminin.
Basically, in het Engels zeggen we: The house, The pen, The man, The woman etc.
In het Duits heeft “The” 3 vormen: Der, Das, Die, voor respectievelijk Maskulin, neutral und Feminin. Dus, als een voorwerp in het Duits een maskulin geslacht had, dan zou je zeggen: Der <object-naam>
Op dezelfde manier, als ik in een zin iets zou zeggen als Een man, Een vrouw, Een huis, Een pen, dan heeft het lidwoord “A” 3 vormen: Ein, Ein, Eine voor de geslachten M, N en F. Dit wordt de Nominativ-vorm genoemd, of het subject.
Dus ik moet zeggen voor een Feminin object:
Eine<objectnaam>
De “Einen” is de akkusativ-vorm van Ein (alleen mannelijk). In het Engels kan akkusativ worden aangeduid als het lijdend voorwerp van een zin.
Eg. I have a house –> hier is A house het object en I het subject(dit is Engelse grammatica)
Zo ook, in het Duits wanneer je een zin wilt aangeven waarin een zelfstandig naamwoord als object aanwezig is, dan gebruiken we akkusativ.
De akkusativ-vormen kun je gemakkelijk onthouden met de Nominativ-vorm.
Akkusativ: Einen, Ein, Eine voor de geslachten M, N, und F.
Dus dezelfde voorbeeldzin in het Engels zou zijn:
Ich habe ein Haus.
Een ander voorbeeld:
Ik heb een potlood.
Ich habe einen Bleistift.
People do correct me if am wrong.