“Pearls and swine bereft of me.”
-Eerste regel van het lied zegt dat zowel de heiligen als de heidenen mij (God) ontberen. Niemand heeft een persoonlijke relatie met hem.
Lange en vermoeide weg is mijn weg geweest.
Eenvoudig. God is er al een LANGE tijd en is moe.
“Ik was verdwaald in de steden, alleen op de heuvels.”
-Het is belangrijk dat hij “verdwaald” was in de steden en “alleen” in de heuvels. God zegt dat hij verward was door wat de mensen hadden gebouwd (steden) en dat God/Natuur (heuvels) vergeten was.
“Geen verdriet of medelijden voor het verlaten, voel ik, ja.”
-God voelt zich niet slecht over het achterlaten van de mensheid omdat hij zo verkeerd is begrepen, als vanzelfsprekend is beschouwd, en misbruikt door de mensheid. Wat ons bij het refrein brengt.
“Ik ben niet jullie rollende wielen – Ik ben de snelweg.”
-Het hoofdthema van het lied. God is niet iets dat je helpt om van punt A naar punt B te komen. Hij is niet een of ander voertuig dat luistert naar je gebeden en je brengt waar je heen wilt. Hij is de weg zelf. Hij is de constante. Hij is het grotere plaatje; het grotere, onveranderlijke pad zelf.
“Ik ben niet je tapijt rit – Ik ben de hemel.”
-Opnieuw, God is niet een of ander magisch wezen dat je brengt waar je maar wilt. Hij neemt je niet mee op een of andere leuke magische tapijt rit. Nogmaals, God is niet een of andere magische vriend van je, hij is veel groter dan dat. Hij is de hele hemel!
“Vrienden en leugenaars”
-Christenen
“wacht niet op mij,”
-Stop met wachten op God om je problemen op te lossen. Dat gaat niet gebeuren. Dat is niet wat God is, of hoe God werkt.
‘”Want ik kom er zelf wel uit.”
-God heeft geen mensen nodig. Hij gaat prima verder zonder hun offers, gebeden, religies, etc.
“Ik heb miljoenen mijlen onder mijn hielen gelegd;En nog steeds te dicht bij jou, voel ik, ja.”
-God heeft letterlijk miljoenen mijlen door het heelal gereisd, en hij voelt zich nog steeds te dicht bij deze frustrerende mensen. Hij kan in principe niet ver genoeg van de mensen weg zijn. Ze laten hem niet met rust (hij is ook letterlijk nog steeds dicht bij hen, want hij is overal).
“Ik ben niet jullie rollende wielen – Ik ben de snelweg.Ik ben niet jullie tapijtrit – Ik ben de hemel.”
-zie boven.
“Ik ben niet jullie waaiende wind – ik ben de bliksem. Ik ben niet jullie herfstmaan – ik ben de nacht… de nacht.”
Dit is waar het lied nog donkerder wordt, en werkelijk geniaal wordt. Niet alleen is God niet je vriend, maar omdat hij de hele natuur is, is hij ook een kracht van vernietiging. Hij is niet een vriendelijk blazende wind die je helpt te leiden, hij is de bliksem die vernietigt. Hij is niet de herfstmaan die je weg verlicht, hij is de duisternis zelf.
Episch lied, op zijn zachtst gezegd.