Clinisch gezien is repetitief motorisch gedrag een voorbeeld van motorische overflow. Motorische planning wordt gecontroleerd door de delen van de hersenen (pariëtale kwab en basale ganglia) die verantwoordelijk zijn voor het plannen en uitvoeren van grove motorische bewegingen. In het geval van motorische overflow kan het zijn dat dit motorische planningsdeel van de hersenen niet goed functioneert.
Motorische overflow is overtollige beweging die geen functie dient. Het komt vaker voor bij zuigelingen, oudere volwassenen en mensen met neurologische afwijkingen.
Motorische stereotypieën: Motorische bewegingen zoals flapperen, stuiteren en draaien, worden vaak aangeduid als Complexe Motorische Stereotypieën. Deze gedragingen zijn patroon, repetitieve en ritmische onwillekeurige bewegingen . Ze kunnen voorkomen bij kinderen die zich verder typisch ontwikkelen en worden beschouwd als een onderdeel van executieve disfunctie.
Beperkte & herhalende gedragingen: Repetitieve bewegingen komen vaak voor bij kinderen met Autisme Spectrum Stoornissen. Hierbij is sprake van een neurologisch verschil en de gedragingen worden aangeduid als beperkt en repetitief gedrag.
Beperkt en repetitief gedrag is slechts één van de vele symptomen van autisme. Dus, als een kind alleen repetitieve gedragingen heeft, maar geen sociale of communicatieproblemen, zou autisme niet worden gediagnosticeerd.
Coordinatieproblemen: Bij een kind zonder autisme dat repetitieve bewegingen vertoont, zouden clinici dit gedrag ‘complexe motorische stereotypieën’ noemen. In dit geval kan een kind co-occurring ADHD, Tic Disorder of OCD hebben.
Een aantal kinderen met complexe motorische stereotypieën wordt ook gediagnosticeerd met Developmental Coordination Disorder, die verwijst naar uitdagingen met motorische bewegingen en kan duiden op problemen met schrijven en fijne motoriek en ook onhandige motorische bewegingen .
Weliswaar hebben veel kinderen die dit gedrag vertonen de diagnose Autisme, ADHD, Tic-stoornis of OCD, maar het is mogelijk dat kinderen met repetitief gedrag typische neurologische profielen hebben.
Typische peuters hebben de neiging om repetitieve dingen te doen, maar deze gedragingen hebben niet de eigenschap om spanning los te laten. Dat wil zeggen, het kind kan herhaaldelijk bewegen, maar het gedrag dient niet de functie van het verlichten van angst, spanning, of het voldoen aan een belangrijke zintuiglijke behoefte.
Als ouder zou je merken dat het niet lijkt dat je kind ze moet doen. Het is zeker de moeite waard om de symptomen van uw kind verder te onderzoeken, die kunnen bestaan uit angst, sociale communicatieproblemen, onoplettendheid, repetitief of dwangmatig taalgebruik en problemen met de fijne of grove motoriek. Als uw kind een van deze bijkomende symptomen heeft, zou hij of zij waarschijnlijk baat hebben bij behandeling.