Thoracale discus herniation is zeldzaam en komt voornamelijk voor tussen T8 en L1. De hernia is in 40% van de gevallen verkalkt en wordt als reusachtig bestempeld wanneer hij meer dan 40% van het wervelkanaal in beslag neemt. Een chirurgische ingreep is geïndiceerd wanneer de patiënt ernstige rugpijn, hardnekkige intercostale neuralgie of neurologische stoornissen heeft. De keuze van de chirurgische benadering is essentieel. Middenlijn verkalkte hernia’s worden benaderd via een transthoracale incisie, terwijl laterale zachte hernia’s kunnen worden benaderd via een posterolaterale incisie. Het complicatiepercentage bij een transthoracale benadering is hoger dan bij een posterolaterale benadering; de eerstgenoemde benadering wordt echter uitgevoerd bij complexere herniatiegevallen. De thoracoscopische benadering is minder invasief maar heeft een lange leercurve. Retropleural mini-thoracotomie is een mogelijke compromisoplossing. Fusie wordt aanbevolen in geval van multilevel herniatie, herniatie in de context van de ziekte van Scheuermann, wanneer meer dan 50% bot van het wervellichaam is weggesneden, bij patiënten met preoperatieve rugpijn of herniatie aan de thoracolumbale junctie. Naast complicaties die specifiek zijn voor de chirurgische benadering, zijn de chirurgische risico’s neurologische verslechtering, duralbreuk en subarachnoïd-pleurale fistels. Reusachtige verkalkte hernia’s dragen het meest bij tot myelopathie, intradurale uitbreiding en postoperatieve complicaties. Sommige van de technische middelen die kunnen worden gebruikt om complicaties te voorkomen, worden onderzocht, samen met hoe deze complicaties kunnen worden aangepakt.