binnenoor
In het binnenoor is een basilariscomplex aanwezig. De recessus amphibiorum is horizontaal georiënteerd in het binnenoor. De otische zak is bulbar en gedeeltelijk gevasculariseerd. Het periotisch kanaal van de amfibie ontbeert fibreus bindweefsel. De periotische cisterne is groot. De periotische cisterne steekt uit in defenestra.
Hyobranchiale structuren
De eerste hypobranchiale en eerste ceratobranchiale (alternatief gehomologeerd als de eerste ceratobranchiale en eerste epibranchiale, respectievelijk) bestaan als afzonderlijke structuren. Het tweede ceratobranchiaal (afwisselend gehomologeerd als het tweede epibranchiaal) bestaat uit vier elementen. Longen zijn aanwezig, maar het ypsiloid-kraakbeen is afwezig. De larven hebben één paar (Pseudobranchus) of drie paar (Siren) kieuwspleten.
Karakteristieken van de romp en de wervelkolom
Het schouderblad en het coracoid komen voor als afzonderlijke beenderen van de borstgordel.De wervelcentra zijn amphicoelous. De ribben zijn bicapitisch. In de neurale bogen van de wervels zijn spinale-zenuwformamina aanwezig voor alle spinale zenuwen, behalve die tussen de atlas en de eerste rompwervel uitmonden. De pubotibialis en puboischiotibialis zijn als afzonderlijke spieren aanwezig. De voorste glomeruli van de nieren zijn goed ontwikkeld.
Productieve kenmerken
Bevruchting is niet waargenomen, maar wordt verondersteld extern te zijn.Ciliated epitheel is afwezig in de cloacale buis en de voorste cloacale kamer van de vrouwtjes. Epidermale bekleding is aanwezig in de voorste cloacale kamer van de vrouwtjes. Evaginaties zijn afwezig in de dorsolaterale wanden van de mannelijke cloaca-buis. Anterieure ventrale klieren zijn afwezig in de cloaca van de wijfjes. In de cloaca van het wijfje zijn geen spermathecae aanwezig. Klieren die uitscheiden in de dorsale wanden van de cloaca van het wijfje zijn afwezig. Anterieure ventrale klieren zijn afwezig in de mannelijke cloaca. Achterste ventrale klieren zijn afwezig in de mannelijke cloaca. Kingsbury’s klieren zijn afwezig in de mannelijke cloaca. Dorsale bekkenklieren ontbreken bij de mannetjes. Laterale bekkenklieren zijn afwezig bij de mannetjes. Klieren die afscheiden in de mannelijke cloacale opening zijn afwezig. De eitjes worden door de vrouwtjes verzorgd.
Het diploïd aantal chromosomen is hoog (46 voor Siren intermedia,52 voor Siren lacertina en 64 voor Pseudobranchus striatus; zie Morescalchi, 1975).