Hoe uit de hand gelopen speculatie echte rijkdom vernietigt
Zoals gepubliceerd in Business Ethics, januari/februari 1999.
door David C. Korten
De kapitalistische economie heeft een potentieel fatale onwetendheid over twee onderwerpen. Het ene is de aard van geld. Het andere is de aard van het leven. Deze onwetendheid leidt ertoe dat we het leven inruilen voor geld, wat een slechte ruil is.
De werkelijke aard van geld wordt verdoezeld door het financiële vocabulaire, dat dubbelzinnig is. We gebruiken de term “investeerders” voor speculanten, wier gokken de wereldwijde financiële markten destabiliseert. We gebruiken de termen “geld”, “kapitaal”, “activa” en “rijkdom” door elkaar, waardoor er geen eenvoudige manier is om geld van echte rijkdom te onderscheiden. Geld is een getal. Echte rijkdom zit in voedsel, vruchtbare grond, gebouwen, of andere dingen die ons onderhouden. Bij gebrek aan taal om dit verschil te zien, accepteren we de bewering van speculanten dat ze “rijkdom creëren”, terwijl ze die onteigenen.
Waren we in de jaren tachtig getuige van de triomf van het kapitalisme over het communisme, in het nieuwe millennium zullen we wellicht getuige zijn van de triomf van het kapitalisme over het leven. Want in de woordenschat van het kapitalisme is de vernietiging van het leven om geld te verdienen vooruitgang.
Als een verdediger van het mondiale kapitalisme vraagt: “Wat is uw alternatief? We hebben gezien dat centrale planning niet werkt”, kan men antwoorden: “Adam Smith had een goed idee. Ik ben voorstander van een echte markteconomie die niet centraal gepland wordt door regeringen of bedrijven.” Het essentiële onderscheid hier is tussen de markteconomie die Adam Smith in gedachten had, en de kapitalistische economie, die hij zou hebben verafschuwd.
In een gezonde markteconomie zijn ondernemingen op menselijke schaal en overwegend in plaatselijk bezit. Mensen brengen menselijke gevoeligheden in bij elk aspect van het economische leven, wat resulteert in zelforganiserende samenlevingen die de menselijke vrijheid maximaliseren en de behoefte aan dwingende centrale controle minimaliseren.
Kapitalisme, daarentegen, gaat over geld gebruiken om geld te verdienen voor mensen die meer hebben dan ze nodig hebben. Het brengt ongelijkheid voort. Hoewel het kapitalisme zich hult in de retoriek van democratie, is het gewijd aan het elitaire principe dat de soevereiniteit berust bij eigendom in plaats van bij de persoon.
Een echte markteconomie schept echte rijkdom. Het mondiale kapitalisme creëert uit de hand gelopen speculatie, die echte rijkdom vernietigt.
- Het put natuurlijk kapitaal uit door het strippen van mineralen, bossen, en visserij, en door het dumpen van gevaarlijk afval dat productief land en water verandert in zones van de dood.
- Het menselijk kapitaal wordt uitgeput door ondermaatse arbeidsomstandigheden, zoals in de Mexicaanse maquiladoras, waar vitale jonge vrouwen na een paar jaar tevoorschijn komen met een verminderd gezichtsvermogen, allergieën, en repetitieve stress blessures die hen blijvend invalide maken.
- Het put sociaal kapitaal uit door het ontwortelen van fabrieken waarvan gemeenschappen afhankelijk zijn, waardoor de samenleving de gezinsbreuk en het geweld moet opvangen die daarvan het gevolg zijn.
- Het put institutioneel kapitaal uit door het opstrijken van belastinggeld via overheidssubsidies en belastingvrijstellingen, en echte rijkdom door het verzwakken van milieunormen die essentieel zijn voor de maatschappelijke gezondheid op lange termijn.
Levend kapitaal, dat het bijzondere vermogen heeft om zichzelf te regenereren, is de bron van alle echte rijkdom. Het vernietigen ervan voor geld – een getal zonder intrinsieke waarde – is een daad van collectieve krankzinnigheid.
Een concreet voorbeeld van deze krankzinnigheid is de Aziatische financiële crisis van 1997, waarin een zogenaamd “financieel wonder” een ineenstorting werd. Die ineenstorting begon in Thailand en breidde zich uit over Maleisië, Indonesië, Zuid-Korea en Hongkong, toen de economieën als dominostenen ineenstortten. Hoewel de details verschilden, onthult de ervaring van Thailand het onderliggende patroon.
Tijdens de fase van het “economische wonder” voedde een grote instroom van buitenlands geld snel groeiende financiële zeepbellen in aandelen- en vastgoedprijzen. (Wanneer te veel geld achter te weinig activa aanzit, worden die activa kunstmatig in prijs “opgeblazen”). Die opgeblazen zeepbellen trokken nog meer geld aan, veel daarvan van internationale banken die graag leningen verstrekten aan speculanten, die leningen met de opgeblazen activa als zekerheid stelden. Terwijl buitenlands geld binnenstroomde, hadden consumenten de middelen om geïmporteerde goederen te kopen, waarvan de verkoop omhoogschoot – wat de illusie van een bloeiende economie creëerde.
Het kopen van snel appreciërende aandelen of onroerend goed leek, voor een tijd, een betere deal dan het doen van productieve investeringen in de industrie of de landbouw. Ironisch genoeg was het zo dat hoe meer buitenlandse investeringen er binnenstroomden, hoe meer investeringen uit de industrie en de landbouw werden weggezogen en de productie in beide stagneerde of daalde. De buitenlandse financiële verplichtingen namen dus toe, terwijl het vermogen om die verplichtingen terug te betalen afnam. Toen de speculanten beseften dat dit niet houdbaar was, begon de ineenstorting. Speculanten trokken geld terug in afwachting van een ineenstorting, de prijzen van aandelen en onroerend goed kelderden, en banken bleven zitten met oninbare leningen – wat een liquiditeitscrisis veroorzaakte.
Kapitalisme kan dus een illusie van welvaart creëren, zelfs als het de weg vrijmaakt voor een economische ineenstorting. Opdat men niet zou denken dat dit een zeldzaam voorbeeld is, zij erop gewezen dat volgens een McKinsey-studie de financiële activa van ’s werelds grootste economieën sedert 1980 twee- tot driemaal zo snel zijn gegroeid als het bruto binnenlands product (BBP). Bubbels zijn overal.
En het ligt in de aard van bubbels om uit elkaar te spatten, omdat het verhandelen van het leven voor geld op de lange termijn niet houdbaar is. Laten we hopen dat we deze les zachter leren dan de Aziatische economieën, maar we zullen hem leren. Echte rijkdom verkwisten voor het najagen van getallen is onwetendheid van de ergste soort. De potentieel fatale soort.
_____________
David Korten is de auteur van When Corporations Rule the World, en The Post Corporate World: Life After Capitalism.