Als de kans op een breuk als gevolg van de unicamerale botcyste groot is, is een chirurgische behandeling noodzakelijk. Specifieke methoden kunnen door de arts worden vastgesteld op basis van de leeftijd van de patiënt, diens medische voorgeschiedenis, de tolerantie voor bepaalde medische ingrepen of medicijnen, zijn gezondheid en de extremiteit van de ziekte. De behandeling kan een of meer van de volgende chirurgische methoden omvatten, die worden uitgevoerd door een pediatrisch orthopedisch chirurg:
- Curettage:
Chirurgen maken een insnijding of opening in het bot om het vocht in de cyste af te voeren. Nadat het vocht is afgevoerd, wordt een curette gebruikt om het weefsel van de binnenbekleding uit de laesie te schrapen.
- Bottransplantatie:
Na de curettage wordt overgegaan tot bottransplantatie; de lege holte wordt getransplanteerd met donorbotweefsel, botsplinters afkomstig van een ander bot, of kunstmatig materiaal.
- Steroïdinjectie:
Een injectie van methylprednisolonacetaat in de laesie helpt het prostaglandineniveau te verlagen. Prostaglandine is een vetzuur dat het vermogen van de cyste om in het bot te worden geresorbeerd, vermindert. Om een operatie met steroïden te beginnen, worden biopsienaalden in de cyste geplaatst en worden de interstitiële vloeistoffen afgetapt. De cyste wordt dan gevuld met radiografisch contrast om het volume en de vorm van de cyste te bepalen. Als de cyste kan worden opgevuld, wordt hij met tussenpozen van zes tot twaalf maanden ingespoten met methylprednisolonacetaat. Zodra het prostaglandineniveau daalt, zal de cyste opnieuw in het bot worden opgenomen en verdwijnen. Behandelingen met steroïdeninjecties hebben de voorkeur boven curettage, maar de methode houdt weinig risico’s in, die beperkt blijven tot infectie, breuk en het opnieuw verschijnen van de cyste.
Als een patiënt met een operatie moet worden behandeld, is een standaard chirurgische procedure nodig; de patiënt rust dan in de positie van Fowler, een halfzittende positie, onder algehele verdoving. De precieze grootte, vorm en afstand tussen het acromion en het middelpunt van de cyste worden gemeten met een digitale röntgenfoto of MRI-scan. In het midden van de cyste wordt een kleine overlangse huidincisie van ongeveer 1 cm gemaakt. Vervolgens wordt met behulp van een schaar of boor een kleine opening gemaakt binnen de insnijding. De vloeistof in de cyste wordt afgetapt en gebogen, metalen slaghamers worden gebruikt om eventuele septa, of membranen, in de cyste te breken. Vervolgens wordt de gehele cyste met een curettes uit het diafyse verwijderd. Na het verwijderen van het cystevlies wordt een ethanoloplossing van 95% in de holte geïnjecteerd om een chemische cauterisatie uit te voeren en zo gedurende 30 seconden een eventueel resterend actief membraan weg te branden, waarna de oplossing wordt afgezogen. Onmiddellijk daarna wordt een zoutoplossing in de holte gespoten om de ethanolresten uit te spoelen en eventuele schade aan gezond weefsel te beperken; dit spoelen met ethanol en zoutoplossing wordt nog 2 tot 3 keer herhaald. Een gebogen impactor wordt in de holte gebracht en gebruikt om de grens tussen de cyste en het beenmerg te penetreren; de opzettelijke penetraties zullen beenmergcellen in staat stellen in de holte te migreren om een bron van osteo-inductieve cellen te produceren, cellen die de botgroei induceren. Voorts wordt de holte volledig opgevuld met bottransplantaatsubstituut, zoals calciumsulfaat. Tenslotte wordt een gekanuleerde schroef in de opening geplaatst.