Terug naar Inhoudsopgave
Printervriendelijke kopie (2 pagina’s)
Voorstel. Wat zit er in mijn koelkast? (Voedsel &Drankjes)
Luisteren
Als een basisschoolleerling een plaatje van een boodschappenmandje moet beschrijven of moet spreken over zijn of haar koelkast, of over eten en drinken, zal de leerkracht waarschijnlijk verwachten dat de leerling ten minste “er is”, “er zijn”, enkele, enige / geen (er zijn geen appels, maar er zijn enkele sinaasappels; er zijn geen appels, maar er zijn enkele sinaasappels), de getallen, voorzetsels van plaats, en het werkwoord “hebben (gekregen)” gebruikt. Werkwoorden van sympathieën en antipathieën kunnen ook verwacht worden, bv. Ik hou erg van pasta, maar ik hou niet van noedelsoep! Sommige leraren hechten ook belang aan structuur, dus het is altijd een goed idee om dingen in een bepaalde volgorde te beschrijven.
In deze aflevering heb ik van alles opgenomen, maar je kunt het korter maken! Op het niveau elementair (A1) duren monoloog(ue)s ongeveer een minuut.
Ik ga het hebben over mijn koelkast. Wat staat er in mijn koelkast?
Op de bovenste plank bewaar ik de zuivelproducten — er staan wat magere yoghurts (of yoghurtjes), er is wat kaas en er is ook wat boter. Oh, en er zijn wat eieren – 5!
Op de middelste plank staat wat Spaanse ham – het is geen gekookte ham, het is gepekelde ham. En er is een bak met wat etensresten! Ik denk dat het de aardappelsalade van gisteren is! Er is nog een container met “chorizo” en “salchichón” — dat is zoals salami. Het is erg populair in Spanje! Op de onderste plank ligt kip, twee borsten. Er zijn ook twee biefstukken.
Op de onderste plank staan wat drankjes – er is bier, nou ja, er zijn twee blikjes bier. Er is wat cola – nou ja, er zijn vier blikjes cola. En er is wat sinaasappelsap en er zijn twee blikjes citroenlimonade.
De onderste lades zijn voor groenten. Moedertaalsprekers zeggen “groenten”! Er zijn wat groene groenten: verse spinazie voor salades, er is wat peterselie, en er zijn twee slasoorten. Er is wat broccoli, twee courgettes (VS) / courgettes (UK), een aubergine (VS) / aubergine (UK). Er is een groene paprika en een rode paprika. We hebben ook wat baby worteltjes, en een paar cherry tomaten. Oh, en er zijn ook een paar citroenen.
In de deur, op de onderste plank, bewaren/hebben we de melk. Op dit moment, is er een fles melk. Er is ook wat cola. (Er is wat cola. Er is een fles cola.) Op de middelste plank staan wat potten jam. Er is wat aardbeienjam, wat bramenjam, wat abrikozenjam, en een pot pruimenjam. Op de bovenste plank staat mayonaise. Moedertaalsprekers zeggen “mayo”. Er zijn drie potten mosterd. Er is ook wat ketchup. En er is een kaas dip. We eten het met crackers, met nacho’s of met selderij of wortelsticks — dat is gezonder!
In de vriezer ligt wat vis en vlees, en daarachter liggen ook wat diepvriesgroenten. Er is ook chocolade-ijs! En er zijn vier ijsblokjesbakken, de een boven de ander!
Dat is mijn koelkast. Nou, maar ik heb meer eten in de keuken! Op de keukentafel staat een schaal met rijp fruit. Er zijn een paar bananen, wat sinaasappels en appels, er is een peer, en we hebben ook een pot met noten – kastanjes, pinda’s, noten…
In de keukenkastjes bewaren we het meel, de suiker, het zout, de specerijen en een paar blikken soep. Er zijn wat peulvruchten: een kilo linzen, en een halve kilo kikkererwten. Er is wat rijst. Er is ook wat koffie, wat kamillethee en wat cacao. En noedels om soep te maken! En pasta, natuurlijk!
Ten slotte, hebben we een stoffen zak voor het brood.
Dat is alles!
(Ongeveer 500 woorden, 5 minuten – Je hoeft maar ongeveer 1 minuut te spreken!)
Extra over woordenschat
Meer over de koelkast zelf:
Bakken, laden, dozen
Schappen/planken, rijen, bakjes
Vakken: plastic bak, glazen bak
Vriezer, ijskast – Bekijk het gedicht “Dit is gewoon om te zeggen” van WCW!
Meer over fruit en groente: een stuk fruit. Hoeveel stuks fruit neem je per dag/elke dag? Ik wil graag wat fruit als toetje? Wat heb je? (UK) / Wat heb jij? (US) / Wat is er als toetje? OK, dan neem ik een appel. Een (knapperige) rode appel, alstublieft.
Pineappels, vijgen, druiven, meloen, watermeloen, clementines, nectarines, perziken, mango’s, avocado’s, selderij, prei, knoflook, kool, bloemkool, sperziebonen, artisjok, asperges.
Meer peulvruchten in het Engels zijn: witte bonen, rode bonen, frijoles bonen…
Marmelade kan alleen sinaasappel of citroen marmelade zijn. Jam wordt gebruikt voor andere flavo(u)rs.
Voorbereiding: in de hoek, naast de melk staat een fles witte wijn, op de bak staat een schoteltje met een stukje vlees, achter in de koelkast, verder naar achteren, tussen de melk en de wijn staat een fles frisdrank (frisdrank – er zijn verschillende flavo(u)rs: kersen, cola, sinas, citroen, tonic water…), achter de vis staat een pakje diepvrieserwten